Wat is ontwikkelingstrauma?
Bij trauma denk je misschien aan acute, ernstige gebeurtenissen die mensen mee kunnen maken. Maar er is ook een andere vorm van trauma die minder bekend is maar wel van grote invloed is op hoe je als volwassene functioneert. Dit gaat over ontwikkelingstrauma. Deze vorm van trauma ontstaat als je opgroeit in een omgeving waarin er niet of nauwelijks aan jouw (emotionele) behoeften wordt voldaan, je niet wordt gezien en geholpen bij gebeurtenissen die een grote emotionele impact op jou hebben en als je opgroeit in een situatie van chronische stress.
Waarom blijft het vaak onopgemerkt?
Ontwikkelingstrauma kan lastiger te herkennen zijn omdat het aan de buitenkant soms lijkt alsof er niets aan de hand is. Misschien kreeg je materieel wel alles wat je nodig had maar waren je ouders emotioneel niet beschikbaar. Of werd je gepest en kon je het aan niemand vertellen. Ook kan het zijn dat je broer of zus om veel aandacht vroeg waardoor er geen aandacht voor jou was. Kortom: er zijn een heleboel situaties die ervoor kunnen zorgen dat jij er alleen voor staat. Kinderen zijn afhankelijk van hun ouders en kunnen niet weg uit een situatie die structureel onveilig is. Als jouw ouders er om welke reden dan ook, niet op een goede manier op jouw behoeften konden reageren, dan loop je (emotionele) schade op die vaak pas later zichtbaar is.
Het ontstaan van ontwikkelingstrauma
In een gezonde situatie is er aandacht voor jouw behoeften als kind en groei je op in de veiligheid dat als er iets met jou is, je afgestemd wordt geholpen. Als je in spannende of nieuwe situaties steeds opnieuw weer bij een veilige volwassene terecht kunt, leer je jezelf te reguleren. Je groeit op in de wetenschap dat jij jezelf mag en kunt zijn. Denk aan een tuin die groeit en bloeit als het de juiste zorg en aandacht krijgt. Bij ontwikkelingstrauma, groei je op terwijl die veilige voorwaarden ontbreken. Het gaat om wat er niet was en wat er wel had moeten zijn, zoals liefde, warmte, zorg en aandacht. Maar ook om wat er was en niet had moeten zijn, zoals emotioneel misbruik, ruzies en spanningen. Hierdoor ontwikkel je overlevingsmechanismen die ervoor zorgen dat je je niet veilig kunt hechten en een stevige fundering mist waar vanuit je de wereld kunt ontdekken.
Signalen van ontwikkelingstrauma
1. Een negatief zelfbeeld
Bij de juiste aanmoediging, ondersteuning en respect voor jouw grenzen, ontwikkel jij het gevoel dat je waardevol bent. Je hoeft niet iets te doen, of iemand te zijn om goedkeuring te ontvangen. Als jij als kind opgroeide in onveilige omstandigheden en je ouders waren emotioneel niet beschikbaar, dan ontwikkel je negatieve overtuigingen over jezelf. Bijvoorbeeld de overtuigingen ‘Ik ben niet goed genoeg’, ‘ik ben niet belangrijk’ en/of ‘er is iets mis met mij’. Deze overtuigingen zorgen voor stress en angst. Het kan zijn dat je heel veel nadenkt voordat je iets durft te ondernemen, dat je moeilijk keuzes kunt maken. Ook kan het zijn dat je vaak gesprekken nog herhaalt in je hoofd en dat je je afvraagt of je wel het juiste hebt gezegd of gedaan.
2. Een gevoel van eenzaamheid en innerlijke leegte
Als jouw emotionele behoeften en verlangens niet worden vervuld, ontstaat er een leeg gevoel in jezelf. Het gemis aan warmte, liefde en aandacht, ervaar je lijflijk als een leegte. Er had iets moeten zijn wat er niet was. Daarnaast was je als kind alleen met wat jij voelde en ervaarde. Er was weinig liefde en steun beschikbaar, wat leidt tot een diep gevoel van eenzaamheid.
3. Gevoel van schaamte en schuld, alsof er iets mis is met jou
Als jong kind heb je nog niet de capaciteit om rationeel na te denken over wat je overkomt. Je trekt op onbewust niveau de conclusie: ‘als ik me niet goed voel, moet er wel iets mis met me zijn’. Je kunt nog niet bedenken dat je je zo voelt omdat je aandacht en liefde tekort komt of dat de omstandigheden ervoor zorgen dat je niet krijgt wat je nodig hebt. Ook is het inzien van de emotionele onbeschikbaarheid en de onveiligheid nog te groot om te dragen als kind. Je bent afhankelijk en kunt niet weg uit de situatie. Het gevoel van schaamte en schuld, alsof je het nooit goed kan doen en er iets mis moet zijn met jou, neem je mee in je volwassen leven.
4. Je staat altijd op scherp
Als je als kind in (emotionele) onveiligheid opgroeit, leert jouw zenuwstelsel dat het alert moet zijn op mogelijk gevaar. Hierdoor scan je onbewust je omgeving of de emotionele staat van anderen. Je neemt snel waar als er veranderingen zijn in sfeer, stemming, houding of gedrag. Deze chronische staat van alertheid, wordt ook wel hypervigilantie genoemd. Lichamelijk uit zich dat in een verhoogde hartslag, snelle ademhaling en transpireren. Je kunt het vergelijken met een brandalarm dat snel afgaat.
5. Je hebt moeite met het aangaan en verbinden in relaties
Door de chronische stress die er in je kindertijd was, ontwikkel je een hogere cortisol en adrenalinespiegel, ook wel de stresshormonen genoemd. Aan de andere kant krijg je minder oxycotine, het hormoon dat ervoor zorgt dat jij je veilig en geliefd voelt en ervoor zorgt dat jij verbindingen aan kunt gaan. Zo associeer jij liefde en verbinding al vroeg met een bepaalde mate van stress en minder met veiligheid. Je bent onveilig gehecht. De overlevingsstrategieën die jij je eigen moest maken in relatie tot je ouders, zijn bepalend voor hoe je later relaties aangaat of juist vermijdt. Zo kun je relaties snel als verstikkend ervaren en dat je onbewust veel afstand inbouwt. (vermijdend gehecht) Het kan ook zijn dat je juist heel snel relaties aangaat en bovenmatig gericht bent op de ander. (angstig gehecht) Daarnaast is er nog een derde onveilige hechtingsstijl, namelijk een combinatie van vermijdend en angstig. (gedesorganiseerd gehecht)
6. Je vind het moeilijk om je emoties te herkennen en te reguleren
Als ouders oog hebben voor jouw emoties, zien en benoemen ze deze, waardoor je als kind leert begrijpen wat er in je omgaat. Ook is co-regulatie een belangrijke factor waardoor je je veilig leert voelen als kind, op het moment dat je overspoelt wordt door emotie. Co-regulatie betekent dat je kalmeert door in contact te komen met het rustige en kalme zenuwstelsel van een ander. Als jong kind ben je nog niet voldoende uitgerust om jezelf te reguleren. Wanneer je overstuur bent, heb je veilige signalen vanuit je omgeving nodig om tot rust te komen. Als je hier structureel op kunt vertrouwen, leer je uiteindelijk om jezelf te reguleren. Bij ontwikkelingstrauma ontbreekt vaak deze co-regulatie. Op volwassen leeftijd kun je daarom veel last hebben van emotionele triggers: situaties die snel een heftige emotionele reactie geven, zonder dat je precies weet wat de oorzaak is.
7. Je vind het moeilijk om je eigen behoeften te herkennen en te vervullen
Met ontwikkelingstrauma groei je op in stress, spanning en een gebrek aan emotionele nabijheid. Als reactie hierop, ben jij je waarschijnlijk gaan afstemmen op je omgeving. Je weet precies wat er in de ander omgaat en waar de ander behoefte aan heeft. Je hebt onbewust de hoop dat als jij maar genoeg geeft aan die ander, je vanzelf de liefde en waardering krijgt waar je zo naar verlangt. Door het afstemmen op je omgeving, heb je niet of nauwelijks contact met je eigen binnenwereld en waar je zelf behoefte aan hebt.
Ik herken me hierin! Wat nu?
Of je nu aan het begin staat, of al even op weg bent: er is veel te doen aan de gevolgen van ontwikkelingstrauma. Er is geen snelle oplossing maar met de bereidheid en moed om patronen bij de wortel aan te pakken, zijn innerlijke rust, (emotionele) veiligheid en vervullende relaties zeker mogelijk.
Wil je graag hulp bij het leggen van een stevige fundering in jezelf?
Plan dan vandaag nog een kennismaking in.