Hoe je grenzen leert aangeven

Vind jij het lastig om grenzen aan te geven? Vaak heeft dat een dieperliggende oorzaak. Zo kan het zijn dat het niet veilig voor jou is geweest om grenzen aan te geven. Hierdoor kun je uit contact zijn geraakt met de signalen van je lichaam. Een signaal dat je grens wordt overschreden, is bijvoorbeeld boosheid. Boosheid ervaar je in je lichaam en geeft aan: tot hier en niet verder. Mochten jouw grenzen er ooit niet zijn, dan kun je je onbewust zijn gaan aanpassen. Dit wordt ook wel fawning genoemd: een overlevingsmechanisme waarbij je je eigen gevoelens en behoeften opzij zet omwille van de ander. 

Signalen waaraan je merkt dat het lastig is om grenzen aan te geven:

  • Je scant je omgeving en stemt je daarop af.
  • Je ervaart weinig contact met je lichaam.
  • Je ervaart een paniekreactie als iemand iets doet of zegt wat jij niet leuk vindt.
  • Je ervaart schuld en/ of schaamte voor het innemen van je eigen ruimte.
  • Je bent bang voor een confrontatie en gericht op harmonie.
  • Je voelt je vaak boos en wrokkig maar uit dat zelden bij de persoon om wie het gaat.

Hoe gezonde grenzen eruit zien

Gezonde grenzen ontstaan vanuit het contact met jezelf en laten ruimte over aan de ander. Je kunt rustig en helder verwoorden wat jouw behoefte is, zonder dat je er rigide in bent. Je respecteert de behoeften en grenzen van een ander en ziet dat niet als een aanval. Je streeft naar een situatie waarin beide tevreden zijn, zonder je eigen behoeften uit het oog te verliezen. Je draagt de consequenties als iemand niet bereid is of bij machte is jou tegemoet te komen in wat niet onderhandelbaar is. Je beseft dat je niet verantwoordelijk bent voor de gevoelens en emoties van anderen en durft ‘nee’ te zeggen zonder je schuldig te voelen. Komt er wel een gevoel van schuld op, dan draag je je eigen gevoel. Je handelt naar je eigen waarden en kunt op een gepaste manier voor jezelf opkomen, zonder iemand aan te vallen. Je deelt persoonlijke informatie, afgestemd op de persoon en de situatie.

    Hoe je grenzen leert aangeven

    1. Leer je grenzen in je lichaam herkennen.

    Alleen bedenken waar je grenzen liggen en hoe je die aan kunt geven, is meestal niet genoeg. Het is belangrijk dat je leert voelen in je lichaam hoe je grenzen kunt herkennen. Als aanpassing jouw overlevingsmechanisme is, kan dat behoorlijk lastig zijn. Jouw zenuwstelsel kan in een reactie schieten op het moment dat je een grens wilt aangeven. Dat merk je bijvoorbeeld door een verhoogde hartslag, hoge ademhaling en een vernauwd bewustzijn. Het kan zijn dat je dan heel fel reageert (vechtmodus), dat je jezelf klein maakt en je niet uitspreekt (vluchtmodus) of dat je volledig blokkeert (bevriezen).  Weet dat dit normale reacties van je lichaam zijn. 

    2. Werk aan je gronding.

    Als je weet op welke manieren je in de overleving schiet, op het moment dat je een grens aan wilt geven, kun je op dat specifieke gebied werken aan de veiligheid in jezelf. Dit doe je door veel aandacht te besteden aan je gronding. Gronding betekent je aanwezigheid in het huidige moment. Je verstevigt dit door je voeten goed op de grond te zetten, jezelf contact te voelen maken met de stoel waar je op zit en je aandacht naar je ademhaling te brengen. Een paar keer diep zuchten of over je bovenbenen wrijven kan helpen om je meer aanwezig te voelen. Kijk wat helpt voor jou. Als je de neiging hebt om te bevriezen, dan kan een hele kleine, simpele beweging je eruit halen. Ook kan het helpen je aandacht te brengen naar je zintuigen: wat zie je, proef je, ruik je, voel je? Zo raak je meer verbonden met het huidige moment. 

    3. Oefen met kleine stapjes.

    Je kunt de automatische reactie in kleine stapjes doorbreken. Veel mensen herkennen hun grenzen pas naderhand, als de situatie al voorbij is. Als dit voor jou geldt, wees dan mild voor jezelf. Door te oefenen, ga je je grenzen steeds eerder herkennen. Vraag jezelf af: waar in mijn lichaam voel ik het als ik een grens overga of door de ander over laat gaan? Als je dat gevoel toelaat zonder oordeel, kom je meer in contact met je lichaam en lukt het beter om grenzen aan te geven. 

    Tot slot

    Kun jij hulp gebruiken? Neem dan vrijblijvend contact met me op.